Het jeugdstrafrecht verschilt niet alleen van het reguliere strafrecht op het gebied van de procedures, maar ook qua straffen bestaat er een groot verschil. Er wordt altijd onderscheid gemaakt tussen straffen en maatregelen.
Verschil straffen en maatregelen jeugdstrafrecht
De straf dient ter vergelding van het strafbare feit dat de minderjarige heeft gepleegd en wordt alleen opgelegd als de minderjarige schuld of opzet had. Naast een straf kan er ook een maatregel opgelegd worden. Het verschil tussen een straf en maatregel is dat er voor het opleggen van een maatregel de verdachte niet schuldig hoeft te zijn, bijvoorbeeld door ontoerekeningsvatbaarheid.
In het jeugdstrafrecht kent men de volgende straffen:
- Jeugddetentie, maximaal 12 of 24 maanden
- Taakstraf bestaande uit een werk- en/of leerstraf van max. 240 uur
- Geldboete tot € 3.800,- (2e categorie)
De mogelijk op te leggen maatregelen zijn:
- Plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel)
- Gedragbeïnvloedende maatregel met vervangende jeugddetentie bij mislukken
De meeste straffen en maatregelen kunnen alleen door de kinderrechter worden opgelegd. Een geldboete of taakstraf kan ook door de officier van justitie worden opgelegd.
Voorlopige hechtenis en nachtdetentie
Voorafgaand aan de strafzitting kan de jongere in sommige gevallen worden vastgezet in een cel in afwachting van het proces. Deze voorlopige hechtenis wordt vaak al gezien als een straf. In het jeugdstrafrecht gelden wel andere regels dan in het volwassenstrafrecht.
Bij voorlopige hechtenis is het mogelijk dat jongeren alleen ’s avonds en ’s nachts in een inrichting verblijven, de zogenaamde nachtdetentie. De rechter bepaalt of een jongere in aanmerking mag komen voor nachtdetentie.
Nachtdetentie is bestemd voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar die een strafbaar feit hebben gepleegd waarvoor qua zwaarte en ernst voorlopige hechtenis kan worden gevorderd. Het heet nachtdetentie omdat de jongere tijdens de voorlopige hechtenis overdag gewoon naar school of werk gaat en alleen ’s avonds en in de weekeinden in een inrichting verblijft. De bedoeling is om schadelijke effecten van het (voorlopig) vastzitten zoveel mogelijk te beperken en de relatie met de omgeving zoveel mogelijk intact te houden.
Nachtdetentie is alleen mogelijk als:
- de jongere beschikt over een ‘zinvolle, gestructureerde dagbesteding’ zoals school, werk of dagbehandeling in een instelling);
- de dagbesteding binnen een redelijke termijn te bereiken is in verband met het dagelijks vervoer;
- de jongere akkoord gaat met de voorwaarden en een contract daarvoor tekent.
Jeugddetentie
Jeugddetentie is te vergelijken met de normale gevangenisstraf. Een jongere die een misdrijf heeft gepleegd, kan veroordeeld worden tot jeugddetentie. De maximale jeugddetentie in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar bedraagt maximaal 12 maanden in een justitiële jeugdinrichting. Is een jongere 16 of 17 jaar, dan is de straf maximaal 24 maanden.
PIJ-maatregel
Voor sommige zware delicten kan de kinderrechter de PIJ-maatregel opleggen (plaatsing in een inrichting voor jongeren). Dit is alleen mogelijk als het gaat om een geweldsdelict of zedendelict. Bovendien moet sprake zijn van een ontwikkelingsstoornis of een psychische aandoening. De veroordeelde jongere krijgt eerst minimaal twee jaar een behandeling in een justitiële jeugdinrichting. Na deze eerste periode kan de maatregel indien nodig verlengd worden (maximaal 2x een verlengingstermijn van twee jaar).